Lekker soep! Op een regenachtige dag als gisteren vind ik het heerlijk om soep te eten, dus maakte ik samen met Eliza-Jane champignonsoep. Eigenlijk vind ik dat je soep altijd kunt eten, als het warm is, maar ook bij een koude of regenachtige herfstdag, als lunch, als maaltijd of gewoon tussendoor. Ik ben dan ook fan van soeprecepten. Vaak zijn het van die recepten die je in mum van tijd op tafel zet en die ook lekker zijn. En vandaag kun je een champignonsoep recept toevoegen aan je collectie soeprecepten. Dit is gemakkelijk om te maken en de soep is lekker romig van smaak.
0 Comments
In mijn jeugd aten we bijna iedere dag soep, gewoon als voorgerecht. Tegenwoordig eet ik alleen met kerst of in een restaurant nog soep als voorgerecht. Als ik soep maak dan is het vaak een maaltijdsoep of als hoofdmaaltijd. Soep is ook zo’n makkelijke maaltijd die we regelmatig in het weekend eten, met lekker (stok)brood erbij en verse kruidenboter heerlijk. Het weer was wat herfstig dus fijn om deze heerlijke paprikasoep te eten.
Mocht je nog inspiratie zoeken voor het kerstmenu ik heb afgelopen weekend het vleesmenu gemaakt. Zowel het vlees, vis als vegetarisch menu bestaat uit makkelijke recepten, zodat het ook leuk is om zelf te maken. Diverse recepten kun je ook goed voorbereiden, zodat je die dag zelf niet de hele tijd in de keuken staat. Het vleesmenu bestaat uit: Een preisoep (met gehakt, maar ook vegetarisch erg lekker), aardappelgratin met boontjes in spek gerold (erg klassiek) en een kiprolletje en als dessert een aardbeienmousse. Voorgerecht: Preisoep Ingrediënten voor 6 personen: 150 gram gehakt, 1 prei, 1 bakje kruidenkaas, 1 liter runderbouillon en olijfolie. Verwarm een (soep)pan met een scheutje olijfolie. Rul het gehakt gaar in de pan. Was de prei goed en snijd deze fijn. Voeg de helft van de gesneden prei toe aan het gehakt en bak het een paar minuten mee bakken. Voeg vervolgens de runderbouillon toe en laat dit geheel even pruttelen. Tot slot voeg je het bakje kruidenkaas en overige prei toe en roer het door de soep heen. Proef de soep, mocht het nodig zijn kun je hem nog op smaak maken met bouillonkorrels of een bouillonblokje (je kunt ook een deel van het bouillonblokje toevoegen). p.s. Je kunt deze soep ook goed en lekker vegetarisch maken. Dan doe je er geen gehakt in en gebruik je groentebouillon. Dan krijgt hij ook de lekkere romige smaak, dat komt door de kruidenkaas. Hoofdgerecht: Een kiprilletje met aardappelgratin en boontjes Ingrediënten voor 4 personen: 450 gram aardappels, 400 cl slagroom, melk, 1 teentje knoflook, geraspte kaas, 600 gram boontjes, 150 gram ruwe ham, 4 (platgeslagen) kipfiletjes, 250 gram kastanjechampignons, 2 cherrytomaatjes, 150 gram shiitake, 2 sjalotjes, 2 teentjes knoflook, 250 cl kookroom, olijfolie, peper en zout. Kiprolletje op een paddenstoelensaus Verwarm de oven voor op 180 graden. Borstel de kastanjechampignons schoon en leg er een aantal klaar voor in het kiprolletje. Als je bij de slager platgeslagen kipfiletjes hebt gekocht kun je direct de rolletjes gaan maken anders kun je het beste starten met het platslaan van de kipfiletjes. Leg de kipfiletjes tussen ruime stukken plasticfolie en sla ze met een pan plat. Leg vervolgens op ieder kipfiletje 2 (hele) kastanjechampignons en rol de kipfilet op. Als je lange plakken ruwe ham hebt heb je per rolletje maar 1 plakje nodig anders heb je er waarschijnlijk meerdere nodig. Rol de ruwe ham om de kipfilet, dit houdt het rolletje goed bij elkaar. Zelf heb ik geen satéprikkers gebruikt, omdat ik het strak had opgerold, maar dat kan natuurlijk ook altijd, vergeet dit alleen niet tegen de gasten te zeggen. Doe dit bij alle 4 de kipfiletjes zodat je voor iedereen een mooi en lekker rolletje hebt. Verwarm een koekenpan met een scheutje olijfolie en bak hier de kipfiletjes op iedere kant even in aan, zodat het spek knapperig wordt. Smeer de ovenschaal intussen in met olijfolie en plaats de kiprolletjes als ze rondom even aangebakken zijn in de ovenschaal. Plaats de ovenschaal met kiprolletjes in een voorverwarmde oven voor circa 30 minuten. Was 2 cherrytomaatjes, halveer ze en leg ze na ongeveer 15 minuten op de kiprolletjes. In de tussentijd kun je de paddenstoelensaus maken. Pel de sjalotjes en de teentjes knoflook en snipper ze fijn. Bak deze aan in een pannetje met een beetje olijfolie. Intussen kun je de kastanjechampignons in vieren snijden en de shiitake schoonborstelen indien nodig. Voeg de paddenstoelen toe aan de uien ongeveer 5 minuten op een laag vuur hebben staan bakken. Kruid het geheel met peper en zout. Laat de paddenstoelen ongeveer 5 a 10 minuten mee bakken voordat je de 250 cl kookroom toevoegt. Pureer het paddenstoelenmengsel met een staafmixer tot een ‘gladden saus’. Maak de saus vervolgens op smaak met peper en zout. Je kunt de saus nog gladder maken door hem door een zeef te halen. Aardappelgratin Schil de aardappels en snijd deze direct in schijfjes. Was de aardappels goed en vul de pan niet met water maar met slagroom en melk, zorg dat de aardappels net onder staan. Pel een teentje knoflook druk dit plat met je mes en voeg het toe aan de aardappels. Voeg ook ruim voldoende zout en peper toe en laat het geheel koken tot de aardappels gaar zijn. Dit duurt nu minder lang dan wanneer je de aardappels in zijn geheel kookt, omdat je ze al in schijfjes hebt gesneden. Giet de aardappels af, haal het teentje knoflook ertussen uit en verdeel ze over een ovenschaal. Proef een aardappelschijfje of ze goed op smaak zijn of je ze nog bij moet kruiden voor je ze gaat gratineren. Kruid de aardappels eventueel met nog wat peper en zout en dek ze af met geraspte kaas, je kunt er zoveel of weinig kaas aan toevoegen als je zelf wilt. Plaats dit geheel voor 20 tot 30 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden. Boontjes gerold in spek Maak de boontjes schoon door de uiteindes te verwijderen en was ze met koud water. Kook de boontjes in een pan met water en zout tot ze beetgaar zijn. Giet ze af en koel ze goed met koud water, zo houden ze de mooie heldergroene kleur en garen ze niet verder door. Rol vervolgens een plakje ruwe ham om een ‘bosje boontjes’ heen en leg ze in een ovenschaal. Plaats de boontjes in de oven bij de aardappels en de kiprolletjes voor ongeveer 7 a 10 minuten. Het gaat erom dat de ruwe ham knapperig wordt en de smaak aan de boontjes afgeeft, want de boontjes zijn al beetgaar. De boontjes op de foto hadden er naar mijn mening iets korter in gemogen. Als je de gerechten op de juiste volgorde in de oven zet dan kun je het tegelijkertijd opdienen. Als alles gaar en klaar is kun je de borden mooi opmaken, natuurlijk kun je er ook voor kiezen om alles op tafel te zetten, zodat iedereen het zelf kan opscheppen. Dessert: Aardbeienmousse
Ingrediënten voor 4 personen: 250 gram aardbeien, 40 gram suiker, 2 gelatineblaadjes, 1/2de citroen, 2 dl slagroom en 1 dl yoghurt. Zet de gelatineblaadjes in koud water, zodat ze kunnen weken. Was de aardbeien en verwijder de kroontjes. Pureer 200 gram van de aardbeien samen met de suiker. Snijd van de overige 50 gram aardbeien kleine blokjes, dit is voor de afwerking. Klop de slagroom stijf, hier hoef je geen suiker bij te doen, want het geheel wordt zoet door de aardbeienpuree met suiker. Pers 1/2de citroen uit in een steelpannetje, zorg dat er geen pitjes in het pannetje komen. Verwarm de citroensap, dit hoeft niet te koken, want dan verliest de gelatine zijn werking. Haal het pannetje van het fornuis af, knijp de gelatinebladen uit en voeg ze toe aan de citroensap. Door het pannetje op en neer te walsen wordt de gelatine goed gemengd door de citroensap. Meng de citroensap, de aardbeienpuree en de yoghurt. Schep hier eerst een beetje van de opgeklopte slagroom bij om hem te laten wennen aan de structuur van de yoghurt. Schep vervolgens alle slagroom voorzichtig door de aardbeienyoghurt, als je dit voorzichtig doet behoudt het zijn luchtigheid. Verdeel de mousse vervolgens over 4 glaasjes en laat deze minimaal 3 uur opstijven in de koelkast. Mocht je het in voren willen maken, het kan geen kwaad als de mousse een dag in de koelkast staat op te stijven. Maak hem af met de kleine blokjes aardbeien die je eerder hebt gesneden. Fijne en smakelijke feestdagen! Dit aspergesoeprecept deelde ik 4 jaar geleden voor het eerst met jullie. Het werd tijd om de foto’s, lay-out en schrijfstijl een update te geven. Het was ook voor mij weer even geleden dat ik deze versie van aspergesoep maakte. Zelf had ik vorig en dit jaar namelijk alleen nog maar het recept dat ik twee weken geleden deelde gemaakt, klik hier.
Wisten jullie dat ik vandaag alweer 5 jaar recepten met jullie deel? Vorige week maakte ik dit recept nog eens om het up-to-date te maken met o.a. nieuwe foto’s en toen ontdekte ik dat ik 25 maart 2014 ToDaisy’s startte. Dat is toch best even een mijlpaal vond ik zelf. Een waar ik ontzettend trots op ben, want ik kook en blog nog altijd met ontzettend veel plezier. Maandag at ik een gezonde en makkelijke soep. Er heerst een griepje ook bij mij thuis konden we er niet aan ontkomen daarom een makkelijke en gezonden soep met veel vitamientjes. Vandaar dat ik deze lekkere courgette broccolisoep gemaakt. Gelukkig was het niet alleen een lekker en makkelijk te maken recept, maar het viel ook goed op de maag. Ingrediënten voor een grote pan soep: 2 courgettes, 1 broccoli, 1 ui, 1 teentje knoflook, scheutje olijfolie, 1 liter water en 3 (tot 4) kippenbouillonblokken.
Pel de ui en knoflook en snijd deze in grove stukken. Verhit een pan met een scheutje olijfolie op het fornuis. Als de olijfolie warm is voeg dan de gesneden ui en knoflook toe en fruit dit even aan. Intussen kun je de courgette en broccoli goed wassen en in grove stukken snijden. Voeg de stukken courgette en broccoli toe aan de ui als deze glazig is en bak het geheel nog even mee. Als je de courgette en broccoli even kort hebt mee gebakken voeg dan een liter water toe en breng het aan de kook. Je kunt alvast 2 bouillonblokjes toevoegen aan het water terwijl dit langzaam aan de kook komt. Als de groenten goed zijn kun je ze fijn maken met een staafmixer. Zorg dat het een gladden soep wordt en proef de soep. Indien de soep nog flauw is voeg dan nog 1 tot twee bouillonblokjes toe en laat deze in de soep trekken op laag vuur. Als de soep goed op smaak is kun je opscheppen en eten. Smakelijk eten! Deze week aten we pompoensoep. Er staat al een recept online van pompoensoep, maar dit recept vind ik zelf nog lekkerder. Een goedkoop gerecht dat makkelijk in voren te maken is en je kunt het ook goed invriezen. Ingrediënten: 1 pompoen, 1 winterwortel, 1 punt paprika, 2 uien, 2 teentjes knoflook, 1 pot kippenbouillon, 2 kipfiletjes, 140 gram tomatenpuree, 2 laurierblaadjes, 1 blokje kippenbouillon, 1 el boter, peper en zout.
Begin met het schillen van de pompoen. Dit kun je het makkelijkste doen door van de boven en onderkant de kontjes af te snijden zodat hij stabiel op je snijplank kan staan. Schil dan voorzichtig met een groot keukenmes de pompoen. Snijd de pompoen vervolgens in vieren en maak er grove stukken van, die je dadelijk makkelijk in de pan kunt bakken. Schil de wortel met een dunschiller en snijd deze ook in grove stukken. Verwarm langzaam een pan met de klont boter. Pel intussen de uien en knoflook en snijd deze grof. Als de boter gesmolten is bak dan de ui en knoflook glanzig in de pan. Ondertussen kun je de puntpaprika schoonmaken en ook grof snijden. Voeg na een paar minuten de wortel, pompoen en puntpaprika toe en laat dit even op een laag vuurtje pruttelen. Maak in het midden van de pan een gaatje en bak daar de tomatenpuree even in aan, dit zorgt ervoor dat hij minder zuur is. Intussen kun je de kipfiletjes schoon maken. Voeg na ongeveer 5 minuten de kippenbouillon, het bouillonblokje, laurierblaadjes en water toe. Zorg dat de pompoen net niet helemaal onder water staat. Voeg hier ook de rauwe kipfiletjes aan toe en laat deze mee gaar koken met de pompoen. Laat dit ongeveer 20 minuten op laag vuur pruttelen. Als de kip gaar is en de pompoen en wortel zacht is kun je de kip en de laurierblaadjes eruit halen. Pureer de pompoen, wortel, etc. tot een gladden soep. Trek vervolgens de kipfilet uit elkaar en voeg deze toe aan de soep. Maak de soep indien nodig nog op smaak met peper en zout. Lekker te serveren met stokbrood en verse zelfgemaakte kruidenboter of een tapenade. Smakelijk eten! Mocht je nog inspiratie nodig hebben voor gerechten tijdens de kerst afgelopen zondag heb ik een tweede PreKerst diner gemaakt. Het menu bestond uit: een Aardappel-Kerrie soep met garnalen, Beef Wellington en een Zuccotto met frambozen. Aardappel-Kerriesoep met garnalen Ingrediënten voor 4 personen: 1 kg aardappels, 2 teentjes knoflook, 1 grote ui, 750 ml water, 400 ml kokosmelk, 2 vis bouillonblokjes, 2 el kerriepoeder, 125 gram grote garnalen, 2 lente uien, boter, gember (2 bij 2 cm ongeveer), peper en zout. Pel de ui en knoflook en snijd ze in grove stukken. Schil de aardappels en was deze even onder de koude kraan. Verhit een (soep)pan met een beetje boter op het fornuis en voeg als de boter gesmolten is de ui en knoflook toe. Snijd de aardappels in vieren en bak deze even mee aan met de uie en knoflook. Voeg ook twee eetlepels kerriepoeder toe, zodat deze ook even mee kan bakken. Laat dit geheel even bakken en voeg vervolgens het water en de kokosmelk toe. Breng dit geheel aan de kook, zodat de aardappels gaar kunnen worden. Schil intussen de gember hak deze fijn en voeg toe aan de soep. Begin met het toevoegen van 1 bouillonblokje en peper en zout. Na ongeveer 20 minuten zijn de aardappels goed gaar. Maak dan met een staafmixer de aardappels, ui en knoflook fijn, totdat het een gladden soep is. Proef de soep en maak hem eventueel nog op smaak met een tweede bouillonblok. Mocht je geen zin hebben om met kerst lang in de keuken te staan. Soep kun je goed in voren maken en invriezen. Dan hoef je op de dag zelf alleen de soep op te warmen en voor de garnering te zorgen. Garnering Snijd de lente ui in stukken en bak deze even aan in een warme pan met een beetje olijfolie. Zorg dat je gepelde garnalen hebt, dus mocht dit niet het geval zijn kun je intussen de garnalen pellen of ze ontdoen van hun staartje. Als de lente ui ligt gebakken is kun je deze uit de pan halen en de garnalen nog even om en om in de pan bakken. Niet te lang, want dan worden ze taai. Als de soep warm is kun je hem in een soepbord scheppen (of in een pannetje zoals op de foto) en mooi garneren. Tips voor mensen die geen vis lusten Voor mensen die niet van vis houden, je kunt de soep ook maken met runderbouillon en garneer de soep dan met spekjes in plaats van garnalen, zoals op de foto hieronder te zien is. Voor de veganisten onder ons. De soep is ook vegetarisch lekker, vervang dan de visbouillon door groentebouillon. Je kunt hem dan afmaken met een flinter dun schijfje gebakken aardappel en de lente ui. Beef Wellington Ingrediënten voor 4 personen: 250 gram champignons, 250 gram kastanjechampignons, 1 grote sjalot, 1 teentje knoflook, 4 el paneermeel, 500 gram rosbief (of ossenhaas), 9 plakken bladerdeeg, 150 gram ruwe ham, 1 ei, zonnebloemolie, klontje boter, peper en zout. Verhit een klontje boter in een koekenpan. Zorg dat de rosbief goed koud is als je deze gaat aanbakken, dus haal hem net voor het bakken uit de koelkast. Bestrooi het stuk vlees met zout en peper en bak de rosbief in ongeveer 4 minuten van alle kanten goudbruin. Als het vlees mooi goudbruin is haal het dan uit de pan, leg het op een bord en zet het meteen terug in de koelkast. Dit omdat het hierdoor niet verder kan garen. Laat het vlees volledig afkoelen, het mag best een paar uur in de koeling staan. Maak de champignons en kastanjechampignons schoon en snijd ze in grove stukken. Pel de sjalot en knoflook en snijd ook deze in grove stukken. Hak de champignons samen met de sjalot en knoflook fijn in een keukenmachine of met de staafmixer tot het een fijn bruin prutje is. Bak deze champignonprutje in ongeveer 30 minuten in een koekenpan ‘droog’. Door het te bakken verdampt het vocht namelijk uit het champignonprutje. Blijf wel goed roeren, zodat je voorkomt dat het aanbakt en daardoor verdampt het vocht ook sneller. Breng het op smaak met peper en zout, proef het ook zodat je het niet te veel of weinig kruid. Het champignonprutje is klaar als het korrelig is en niet meer plakt. Laat het afkoelen in de koelkast. Meng voor gebruik nog 4 eetlepels paneermeel er doorheen. De paneermeel absorbeert het laatste vocht dat nog in het champignonmengsel zit. Verwarm de oven voor op 220 graden. Haal ongeveer 15 minuten voordat je de beef wellington gaat opbouwen de bladerdeeg uit de vriezer. Leg eerst 2 stukken plasticfolie in de breedte en leg daar vervolgens nog 2 stukken plasticfolie in de lengte overheen. Leg hierop dakpansgewijs de plakjes ruwe ham. Verdeel het champignonmengsel over de ruwe ham. Leg vooraan het gebakken (en koude) stuk rosbief en rol de rosbief strak op in het plasticfolie. Knoop de uiteindes dicht en laat dit ongeveer 5 minuten in de koelkast opstijven. Bestuif de aanrecht met bloem en leg hierop de plakken bladerdeeg. Maak deze voorzichtig aan elkaar en zorg dat je het stuk voldoende groot is, zodat je het vlees er dadelijk volledig in kunt rollen. Knop de uiteindes van het plasticfolie los en haal het vlees voorzichtig uit het plastic. Leg de rosbiefrol aan het begin van het deeg en rol het deeg over het vlees. Zorg dat er een overlap is, maar deze moet niet te groot zijn anders wordt het bladerdeeg niet gaar. Snijd dus eventueel nog wat bladerdeeg weg. Vouw de uiteindes naar beneden en zorg dat het geheel luchtdicht is afgesloten. Je kunt de Beef Wellington nog versieren met het bladerdeeg dat je over hebt, bijvoorbeeld zoals op de foto te zien is. Leg de Beef Wellington op een bakplaat die bekleed is met bakpapier. Klop een eitje los en strijk deze over de Beef Wellington. Als je het wil versieren met bladerdeeg, dan moet je hem eerst besmeren met ei, want daarna blijft het bladerdeeg plakken. Bak de Beef Wellington in gaar in de voorverwarmde oven. De baktijd heeft te maken met de grote van het stuk vlees en hoe je hem graag eet. Ik had 500 gram vlees deze was medium gaar in 35 minuten. Je kunt met behulp van een vleesthermometer meten wat de temperatuur van het plees is en daaraan is af te lezen hoe gaar de rosbief is. Bij 38 tot 43 graden is hij rare Bij 44 tot 46 graden is hij medium-rare Bij 49 tot 53 graden is hij medium 56 graden of meer dan is het vlees well done Is lekker te serveren met boontjes en aardappelkroketjes, maar natuurlijk ook met andere groenten. Zuccotto met Frambozen
Ingrediënten voor 12 personen: 600 gram vanille-ijs, 600 gram frambozensorbet, 1 limoen, 30 ml limocello, 1 roombotercake, 250 ml slagroom, 2 el suiker, poedersuiker en frambozen. Daarnaast heb je een ronde kom en plasticfolie nodig. Haal de vanille-ijs en frambozensorbet uit de vriezer en zet deze in de koelkast, zodat je deze later goed kunt verwerken. Was de limoen goed en rasp de schil eraf en houd deze apart heb je later nodig voor bij de slagroom. Let op alleen het groene, het witte maakt is erg bitter. Snijd de limoen doormidden en pers deze uit en meng dit door de limocello. Bekleed de binnenkant van de ronde kom met plasticfolie. Snijd de cake in plakken van ongeveer 1 cm dik. Bestrijk de plakken cake met het mengsel van limocello en limoen. Bekleed de kom met de plakken cake, zorg dat je zo min mogelijk gaten hebt. Zorg dat je nog wat cake overhoudt, om het ijs later mee af te dekken. Voeg twee eetlepels suiker toe aan de slagroom en klop deze lobbig. Roer met een spatel het vanille-ijs door de geklopte slagroom. Schep de helft van het mengsel in de kom die bekleed is met cake. Schep hierop de helft van de losgeroerde frambozensorbet. Vervolgens kun je op de sorbet weer een laag vanille-slagroomijs gieten en tot slot nog een laag frambozensorbet. Dek de lagen ijs af met een laag cake. Klap de plasticfolie die over de rand hangt terug over de cake en bedek het met nog een laag extra folie. Plaats deze zuccotto voor minstens 6 uur in de vriezer, zodat het ijs weer goed kan invriezen. Door de plasticfolie is de zuccotto makkelijk uit de kom te halen. Dien hem op met wat frambozen, daardoor laat je de gasten direct zien wat voor smaak ze van de binnenkant kunnen verwachten. De frambozensorbet kun je ook zelf maken, maar om het mezelf makkelijk te maken heb ik het gekocht. Je zou ook een andere smaak sorbet kunnen gebruiken, gebruik de fruitsoort dan ook in garnering. Ik hoop jullie te hebben kunnen inspireren met deze drie recepten en de recepten van vorige week. Fijne en smakelijke Feestdagen! Vorige week heb ik een heerlijke pompoensoep gemaakt. Ik had een ontzettend grote halve pompoen gekregen van vrienden, wat doe je daar dan mee? Je kunt ontzettend veel met pompoen maar door het tijd gebrek heb ik gewoon een hele grote pan soep gemaakt. Hieronder staat het recept omschreven, de hoeveelheden qua ingrediënten is voor een gewone normale pompoen. Deze pompoen was veel groter dus ik heb er van alle ingrediënten ook meer ingedaan. Ingrediënten pompoensoep: 1 pompoen, 2 uien, 1 teentje knoflook, handjevol linzen, 3 groente bouillontabletten, 1 tl gemberwortelpoeder, 1 tl cajunpeper, 1 tl korianderpoeder en 1 tl kerriepoeder.
Snijd uien en het teentje knoflook grof. Bak dit aan in een pan. Intussen kun je de pompoen halveren en de pitten en draderige vruchtvlees verwijderen. De schil kun je gewoon opeten. Snijd de pompoen vervolgens in grove stukken en bak deze mee met de ui en knoflook. Laat dit even aanbakken en voeg dan water toe, zoveel dat de pompoen net niet onder staat. Voeg de linzen en de bouillonblokken toe, zodat deze mee kunnen koken en de smaken in de pompoen trekken. Laat het geheel op laag vuur pruttelen en roer het af en toe door, zodat alle pompoenstukken gaar kunnen worden. Als de pompoen goed gaar is kun je het geheel pureren. Zorg dat alle pompoen, ui, linzen en knoflook fijn is gepureerd tot een gladde soep. Proef de soep en indien nodig voeg nog een bouillonblok toe. Ingrediënten kruidenboter: 1 pakje (gezouten) roomboter, 3 takjes basilicum en 3 takjes bieslook. Leg de boter twee uur voordat je dit recept gaat maken uit de koelkast. De boter is dan op kamertemperatuur gekomen en zo kun je de kruiden er gemakkelijk doormengen. Haal de blaadjes van de kruiden van de takjes af en hak deze fijn. Meng de fijngehakte kruiden door de boter en proef of deze op smaak is, voeg eventueel nog wat extra zout toe. Smakelijk eten! Heb je een eigen groentetuin/moestuin met daarin een courgetteplant? Dan zul je nu waarschijnlijk volop in de courgettes zitten. Al moet ik eerlijk bekennen dat mijn groentetuin er dit jaar geen zin in heeft. Althans op de aardappels, aardbeien en tuinbonen na valt de oogst tot op heden tegen. Gelukkig kun je overal voldoende courgettes aankomen, zodat je deze heerlijke soep ook kunt maken als je de courgettes niet zelf teelt.
|