Als het seizoen voor stoofperen weer is begonnen maak ik het minimaal 1 keer, want het blijft toch lekker. Maar naast dat ze heerlijk zijn als dessert kun je er ook ontzettend veel andere leuke en lekkere recepten mee maken. Zo maakte ik een paar jaar geleden lekkere vruchtengebakjes, voor het recept klik hier.
Komende weken volgen er nog een aantal recepten met stoofperen. Daarom deel ik eerst maar eens mijn basisrecept voor stoofperen met jullie. Er zal dus regelmatig naar dit recept doorverwezen worden.
0 Opmerkingen
Toetjestijd!! Toch altijd lekker die zoete lekkernij om de heerlijke maaltijd mee af te sluiten. Zelf vind ik het altijd prettig als het toetje al grotendeels klaar staat, zodat ik me daar niet meer om hoef te bekommeren. Deze ijstaart met stoofperen is zo’n toetje dat ontzettend lekker is, maar dat je ook helemaal kunt voorbereiden, zodat je er de dag zelf geen omkijken naar hebt. Hopelijk heb ik jullie met dit suggestiemenu weer kunnen inspireren en wordt het weer een smaakvolle kerst.
Afgelopen woensdag kregen we nog kraambezoek. De beschuit met muisjes had ik ondertussen wel voldoende gehad, dus vond ik het tijd om een keer iets anders te maken. Dit is echt een ideale taart om te maken als je iets lekkers op tafel wilt zetten maar niet zoveel tijd hebt. En al zeg ik het zelf, maar door de verse vruchten ziet het er ook nog heel mooi uit. Ingrediënten: voor de zanddeeg (voor ongeveer 200 gram deeg): 115 gram bloem, 35 gram poedersuiker, 1 el vanillesuiker, 60 gram boter, 1/2de ei en een snufje zout. Voor de chocolademousse 250 ml melk en een pakje chocolademousse van Dr. Oetker. Verse vruchten naar keuze en een springvorm (20 cm)
Verwarm de oven of airfryer voor op 180 graden. Weeg de droge ingrediënten af, voeg ze samen in een kom en maak in het midden een kuiltje. Doe in het kuiltje de boter en het halve eitje. Kneed alles met één hand door elkaar tot je een zanderig deeg hebt. De andere hand houd je schoon, zodat je indien nodig nog iets kunt pakken met de schone hand. Beboter de bodem van de springvorm of bekleed de bodem met bakpapier. Verdeel het deeg over de bodem van de springvorm en druk het goed aan. Bak de bodem 8 a 10 minuten in de airfryer of 15 a 20 minuten in de oven. Als de bodem mooi goudbruin gebakken is laat hem dan helemaal afkoelen, voordat je aan de chocolademousse begint. Als de bodem afgekoeld is kun je de chocolademousse maken. Doe de 250 ml koude melk in een kom en mix hier het pakje chocolademousse doorheen. Mix het ongeveer 3 minuten goed door elkaar en giet de mousse over de taartbodem heen. De mousse is nu nog zacht daarom moet je hem minimaal 1 uur in de koelkast zetten, zodat de hij kan opstijven. Maak de taart af met vers gewassen vruchten. Ik heb hiervoor fruit gebruikt uit het zomerseizoen, aardbeien, frambozen en bramen. Eventueel ook lekker om een toefje slagroom erbij de serveren. Ps. Je kunt de bodem ook blind bakken (bakpapier en bakbonen erop) dan krimpt hij niet anders krimpt hij een beetje, maar dat zorgt ervoor dat je alleen maar chocolademousse ziet. Ook lekker om i.p.v. vanillesuiker een eetlepel cacao toe te voegen dan smaakt de bodem ook naar chocolade. Indien je de taart te laag vindt kun je natuurlijk altijd twee pakjes chocolademousse gebruiken. Ik heb vandaag weer zelf ijsjes gemaakt en ik vind het nog leuk om te doen ook! Ben nu alweer aan het bedenken wat de volgende soort ijsjes gaan worden als deze op zijn. Het is zo simpel om te maken en ook nog eens lekker. Bovendien heb je zelf in de hand wat voor ingrediënten er in de ijsjes zitten. Ik heb nu aardbeien-bramen waterijsjes gemaakt, zonder toegevoegde suikers, want dit seizoensfruit is nu zoet genoeg van zichzelf. Ingrediënten voor 6 ijsjes: 200 gram + 1 aardbeien, 75 gram + 6 bramen, 1/2de citroen, 1 stukje Cantaloupe meloen en 75 ml water.
Was de aardbeien en bramen goed. Doe 200 gram aardbeien en 75 gram bramen in een kom en pureer het fruit met een staafmixer. Knijp de halve citroen hierbij uit. Meng het water en het citroensap er doorheen. Snijd 1 gewassen aardbei en een stukje meloen in plakjes. Verdeel het gesneden fruit en de bramen over de ijsbakjes en giet hier het aardbeien-bramenmengsel bij. Plaats het geheel voor minimaal 4 uur in de vriezer en smullen maar. Vanavond zal ik er een proberen en het eindresultaat met jullie delen! P.s. Je kunt het ijsje een natuurlijk zoetje meegeven door een schepje honing toe te voegen. Mocht je nog inspiratie zoeken voor het kerstmenu ik heb afgelopen weekend het vleesmenu gemaakt. Zowel het vlees, vis als vegetarisch menu bestaat uit makkelijke recepten, zodat het ook leuk is om zelf te maken. Diverse recepten kun je ook goed voorbereiden, zodat je die dag zelf niet de hele tijd in de keuken staat. Het vleesmenu bestaat uit: Een preisoep (met gehakt, maar ook vegetarisch erg lekker), aardappelgratin met boontjes in spek gerold (erg klassiek) en een kiprolletje en als dessert een aardbeienmousse. Voorgerecht: Preisoep Ingrediënten voor 6 personen: 150 gram gehakt, 1 prei, 1 bakje kruidenkaas, 1 liter runderbouillon en olijfolie. Verwarm een (soep)pan met een scheutje olijfolie. Rul het gehakt gaar in de pan. Was de prei goed en snijd deze fijn. Voeg de helft van de gesneden prei toe aan het gehakt en bak het een paar minuten mee bakken. Voeg vervolgens de runderbouillon toe en laat dit geheel even pruttelen. Tot slot voeg je het bakje kruidenkaas en overige prei toe en roer het door de soep heen. Proef de soep, mocht het nodig zijn kun je hem nog op smaak maken met bouillonkorrels of een bouillonblokje (je kunt ook een deel van het bouillonblokje toevoegen). p.s. Je kunt deze soep ook goed en lekker vegetarisch maken. Dan doe je er geen gehakt in en gebruik je groentebouillon. Dan krijgt hij ook de lekkere romige smaak, dat komt door de kruidenkaas. Hoofdgerecht: Een kiprilletje met aardappelgratin en boontjes Ingrediënten voor 4 personen: 450 gram aardappels, 400 cl slagroom, melk, 1 teentje knoflook, geraspte kaas, 600 gram boontjes, 150 gram ruwe ham, 4 (platgeslagen) kipfiletjes, 250 gram kastanjechampignons, 2 cherrytomaatjes, 150 gram shiitake, 2 sjalotjes, 2 teentjes knoflook, 250 cl kookroom, olijfolie, peper en zout. Kiprolletje op een paddenstoelensaus Verwarm de oven voor op 180 graden. Borstel de kastanjechampignons schoon en leg er een aantal klaar voor in het kiprolletje. Als je bij de slager platgeslagen kipfiletjes hebt gekocht kun je direct de rolletjes gaan maken anders kun je het beste starten met het platslaan van de kipfiletjes. Leg de kipfiletjes tussen ruime stukken plasticfolie en sla ze met een pan plat. Leg vervolgens op ieder kipfiletje 2 (hele) kastanjechampignons en rol de kipfilet op. Als je lange plakken ruwe ham hebt heb je per rolletje maar 1 plakje nodig anders heb je er waarschijnlijk meerdere nodig. Rol de ruwe ham om de kipfilet, dit houdt het rolletje goed bij elkaar. Zelf heb ik geen satéprikkers gebruikt, omdat ik het strak had opgerold, maar dat kan natuurlijk ook altijd, vergeet dit alleen niet tegen de gasten te zeggen. Doe dit bij alle 4 de kipfiletjes zodat je voor iedereen een mooi en lekker rolletje hebt. Verwarm een koekenpan met een scheutje olijfolie en bak hier de kipfiletjes op iedere kant even in aan, zodat het spek knapperig wordt. Smeer de ovenschaal intussen in met olijfolie en plaats de kiprolletjes als ze rondom even aangebakken zijn in de ovenschaal. Plaats de ovenschaal met kiprolletjes in een voorverwarmde oven voor circa 30 minuten. Was 2 cherrytomaatjes, halveer ze en leg ze na ongeveer 15 minuten op de kiprolletjes. In de tussentijd kun je de paddenstoelensaus maken. Pel de sjalotjes en de teentjes knoflook en snipper ze fijn. Bak deze aan in een pannetje met een beetje olijfolie. Intussen kun je de kastanjechampignons in vieren snijden en de shiitake schoonborstelen indien nodig. Voeg de paddenstoelen toe aan de uien ongeveer 5 minuten op een laag vuur hebben staan bakken. Kruid het geheel met peper en zout. Laat de paddenstoelen ongeveer 5 a 10 minuten mee bakken voordat je de 250 cl kookroom toevoegt. Pureer het paddenstoelenmengsel met een staafmixer tot een ‘gladden saus’. Maak de saus vervolgens op smaak met peper en zout. Je kunt de saus nog gladder maken door hem door een zeef te halen. Aardappelgratin Schil de aardappels en snijd deze direct in schijfjes. Was de aardappels goed en vul de pan niet met water maar met slagroom en melk, zorg dat de aardappels net onder staan. Pel een teentje knoflook druk dit plat met je mes en voeg het toe aan de aardappels. Voeg ook ruim voldoende zout en peper toe en laat het geheel koken tot de aardappels gaar zijn. Dit duurt nu minder lang dan wanneer je de aardappels in zijn geheel kookt, omdat je ze al in schijfjes hebt gesneden. Giet de aardappels af, haal het teentje knoflook ertussen uit en verdeel ze over een ovenschaal. Proef een aardappelschijfje of ze goed op smaak zijn of je ze nog bij moet kruiden voor je ze gaat gratineren. Kruid de aardappels eventueel met nog wat peper en zout en dek ze af met geraspte kaas, je kunt er zoveel of weinig kaas aan toevoegen als je zelf wilt. Plaats dit geheel voor 20 tot 30 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden. Boontjes gerold in spek Maak de boontjes schoon door de uiteindes te verwijderen en was ze met koud water. Kook de boontjes in een pan met water en zout tot ze beetgaar zijn. Giet ze af en koel ze goed met koud water, zo houden ze de mooie heldergroene kleur en garen ze niet verder door. Rol vervolgens een plakje ruwe ham om een ‘bosje boontjes’ heen en leg ze in een ovenschaal. Plaats de boontjes in de oven bij de aardappels en de kiprolletjes voor ongeveer 7 a 10 minuten. Het gaat erom dat de ruwe ham knapperig wordt en de smaak aan de boontjes afgeeft, want de boontjes zijn al beetgaar. De boontjes op de foto hadden er naar mijn mening iets korter in gemogen. Als je de gerechten op de juiste volgorde in de oven zet dan kun je het tegelijkertijd opdienen. Als alles gaar en klaar is kun je de borden mooi opmaken, natuurlijk kun je er ook voor kiezen om alles op tafel te zetten, zodat iedereen het zelf kan opscheppen. Dessert: Aardbeienmousse
Ingrediënten voor 4 personen: 250 gram aardbeien, 40 gram suiker, 2 gelatineblaadjes, 1/2de citroen, 2 dl slagroom en 1 dl yoghurt. Zet de gelatineblaadjes in koud water, zodat ze kunnen weken. Was de aardbeien en verwijder de kroontjes. Pureer 200 gram van de aardbeien samen met de suiker. Snijd van de overige 50 gram aardbeien kleine blokjes, dit is voor de afwerking. Klop de slagroom stijf, hier hoef je geen suiker bij te doen, want het geheel wordt zoet door de aardbeienpuree met suiker. Pers 1/2de citroen uit in een steelpannetje, zorg dat er geen pitjes in het pannetje komen. Verwarm de citroensap, dit hoeft niet te koken, want dan verliest de gelatine zijn werking. Haal het pannetje van het fornuis af, knijp de gelatinebladen uit en voeg ze toe aan de citroensap. Door het pannetje op en neer te walsen wordt de gelatine goed gemengd door de citroensap. Meng de citroensap, de aardbeienpuree en de yoghurt. Schep hier eerst een beetje van de opgeklopte slagroom bij om hem te laten wennen aan de structuur van de yoghurt. Schep vervolgens alle slagroom voorzichtig door de aardbeienyoghurt, als je dit voorzichtig doet behoudt het zijn luchtigheid. Verdeel de mousse vervolgens over 4 glaasjes en laat deze minimaal 3 uur opstijven in de koelkast. Mocht je het in voren willen maken, het kan geen kwaad als de mousse een dag in de koelkast staat op te stijven. Maak hem af met de kleine blokjes aardbeien die je eerder hebt gesneden. Fijne en smakelijke feestdagen! Het is veel te lang geleden dat ik geblogd heb. Er is me iets over komen dat ik nooit voormogelijk hield. Onder tussen ben ik over de helft van mijn zwangerschap, maar gedurende de eerste (14) weken kon ik geen eten zien of ruiken. In die periode at ik vooral veel erwtjes en worteltjes uit pot (die ik zelfs in mijn studententijd nog nooit gekocht had!), gebakken aardappels en krokante kipschnitzels. Gelukkig heb ik mijn kooklust weer terug en ben ik bezig met het maken van een aantal kerstmenu’s. Hopelijk kan ik jullie inspireren met deze gerechten, het eerste menu dat ik afgelopen week gemaakt heb was een vegetarisch kerstmenu. Vervolgens heb ik ook nog een vlees en een vis kerstmenu gemaakt, natuurlijk ook erg leuk om te combineren! Voor het vegetarische menu heb ik vooraf een witlofsalade gemaakt, als hoofdgerecht een hartige taart en als nagerecht een popcorn taartje. Voorgerecht: Witlofsalade Ingrediënten voor 2 personen: 2 stronken witlof (of 1 stronk witlof en 1 stronk roodlof, deze hadden ze alleen niet in de winkel), 1 el pompoenpitten, 1 el zonnebloempitten, 1 el citroensap, 2 mandarijnen, 1 Granny smith, 2 el mayonaise, 2 el yoghurt, ketjap, scheutje rode wijnazijn, peper en zout. Bak de pompoenpitten en zonnebloempitten in een droge koekenpan tot ze goudbruin zijn. Laat ze vervolgens afkoelen in een schaaltje. Verwijder de buitenste bladen van de witlof als ze vies zijn en was de witlof. Snijd de stronkjes witlof vervolgens in ringen en verdeel ze over 2 borden. Aan het einde van de witlof zit een hard hart, dit is bitterder en je kunt ervoor kiezen om dit (deels) te verwijderen. Pel de mandarijnen en snijd de stukjes doormidden en verdeel per bord 1 mandarijn. Was de appel goed en snijd deze in reepjes, besprenkel deze stukjes met citroensap, zodat de appel niet bruin wordt. Verdeel de reepjes appel en de pompoen- en zonnebloempitten over de borden en meng de salade door elkaar. Zorg ervoor dat wel alle onderdelen bovenop zichtbaar zijn, dat ziet er mooi uit bij het opdienen en dan zien de gasten direct wat ze eten. Maak een dressing van de mayonaise, yoghurt, ketjap, scheutje rode wijnazijn, meng dit goed door elkaar en maak de dressing op smaak met zout en peper. Besprenkel de dressing over de salade net voor het opdienen. Eventueel kun je de dressing ook op tafel zetten, zodat men naar smaak dressing kan toevoegen. Hoofdgerecht: Hartige spinazietaart Ingrediënten voor (minimaal) 4 personen: 1/2de pak filodeeg, 3 grote uien, 1 el olie, 300 gram spinazie, 1 teen knoflook, 1 rode paprika, 250 gram kastanjechampignons, 1 afgestreken el suiker, een handje ongezouten cashewnoten of pijnboompitten, 200 gram ricotta, 1 punt brie (ook lekker met bijvoorbeeld roquefort), 1 ei, paneermeel, 100 gram boter, peper en zout. Verwarm de oven voor op 180 graden, bij voorkeur op onder warmte. Haal 1/2de pak filodeeg uit de vriezer en laat het afgedekt ontdooien. Pel de uien, halveer ze en snijd ze in halveringen. Verwarm een wokpan met een beetje olie en bak hier de uien circa 5 minuten in gaar op matig vuur. Voeg de suiker aan de uien toe en laat dit ongeveer 2 karamelliseren, tot alle suiker mooi is opgelost. Was intussen de spinazie, indien je geen gewassen spinazie hebt gekocht, en laat hem goed uitlekken. Was de paprika en snijd deze in kleine blokjes. Pel de teen knoflook en hak deze fijn. Borstel ook de champignons schoon (indien nodig) en snijd deze in plakjes. Voeg de paprika en knoflook toe aan de uien. Voeg na een paar minuten de champignons toe en laat deze ook ongeveer 5 minuten mee bakken. Hak intussen de spinazie grof. Voeg de spinazie aan het uienmengsel toe en laat hem slinken. Als de spinazie is geslonken kun je de cashewnoten toevoegen. Breng het geheel op smaak met peper en zout, de spinazie zorgt ervoor dat het geheel wat flauw is, dus proef het goed. Smelt de boter in een pannetje, zodat je de ontdooide filodeeg kunt bestrijken met boter. Dit doe je zodat het filodeeg niet zo snel breekt en je het gemakkelijk in de ovenschaal kunt leggen. Het filodeeg mag elkaar best overlappen als je het in de ovenschaal legt, zo wordt het een sterk geheel. Laat het filodeeg ook over de rand heen hangen, zodat je het na het vullen terug kunt klappen. Bestrooi de bodem met paneermeel, dat neemt vocht op. Schep vervolgens het uienmengsel in de ovenschaal (op de paneermeel). Bij het slinken van de spinazie en het bakken van de champignons is er vocht vrijgekomen, daarom kun je het mengsel er beter inscheppen dan ingieten, zo voorkom je dat al het vocht mee in de taart gaat. Roer de ricotta samen met het ei los en breng ook dit mengsel op smaak met peper en zout. Verdeel de ricotta over het uienmengsel, zorg ervoor dat overal een laagje ricotta zit. Snijd vervolgens de brie in plakken en verdeel deze over de ricottalaag. Vouw het filodeeg terug over de vulling. Plaats de hartige taart voor circa 15 minuten in de voorverwarmde oven. Verander de vervolgens de stand van de oven in circulerende warmte of in boven warmte, zodat de bovenkant ook nog 5 minuten een goudbruin kan worden. Haal na 20 minuten de spinazietaart uit de oven en serveer hem op tafel. Nagerecht: Popcorn taartje Ingrediënten voor 6 tot 8 personen: 50 gram popcornmais, 3 el gembersiroop, 2 handjes kokosrasp, 400 gram pure chocolade, 75 gram speculaas en 100 gram witte chocolade. Laat de popcornmais in de magnetron tot popcorn poppen, op de verpakking staat goed omschreven hoe je dat moet doen, dat heeft namelijk ook te maken met het wattage van je magnetron. Smelt in de tussentijd de pure chocolade au bain-marie. Dat doe je door een pannetje of een kom met chocolade boven een pan met kokend water te hangen. Voeg aan de gepopte popcorn de gembersiroop en kokosrasp toe. Snijd de speculaas in stukjes, hoeft niet helemaal fijn het is ook lekker om wat knapperigs tussen de popcorn te hebben. Voeg de popcorn bij de chocolade en roer hier de stukjes speculaas doorheen. Bekleed één grote ronde vorm of een aantal kleine bakjes met bakpapier en schep hier het popcornmengsel in. Door het bakpapier kun je het dadelijk makkelijk uit de kom krijgen. Laat dit geheel minimaal 2 uur afkoelen en hard worden. Je kunt het nog mooi decoreren door witte- of melkchocolade au bain-marie te smelten en erover heen te draperen, zoals op de foto’s. Eventueel kun je het afmaken met een beetje kokosrasp en speculaas kruimels erover te strooien, dan zijn de gasten niet verrast over de smaken die ze proeven als ze het eten. Dit is ook lekker om te serveren met een bolletje ijs. Fijne maar vooral smakelijke feestdagen!
Mocht je nog inspiratie nodig hebben voor gerechten tijdens de kerst afgelopen zondag heb ik een tweede PreKerst diner gemaakt. Het menu bestond uit: een Aardappel-Kerrie soep met garnalen, Beef Wellington en een Zuccotto met frambozen. Aardappel-Kerriesoep met garnalen Ingrediënten voor 4 personen: 1 kg aardappels, 2 teentjes knoflook, 1 grote ui, 750 ml water, 400 ml kokosmelk, 2 vis bouillonblokjes, 2 el kerriepoeder, 125 gram grote garnalen, 2 lente uien, boter, gember (2 bij 2 cm ongeveer), peper en zout. Pel de ui en knoflook en snijd ze in grove stukken. Schil de aardappels en was deze even onder de koude kraan. Verhit een (soep)pan met een beetje boter op het fornuis en voeg als de boter gesmolten is de ui en knoflook toe. Snijd de aardappels in vieren en bak deze even mee aan met de uie en knoflook. Voeg ook twee eetlepels kerriepoeder toe, zodat deze ook even mee kan bakken. Laat dit geheel even bakken en voeg vervolgens het water en de kokosmelk toe. Breng dit geheel aan de kook, zodat de aardappels gaar kunnen worden. Schil intussen de gember hak deze fijn en voeg toe aan de soep. Begin met het toevoegen van 1 bouillonblokje en peper en zout. Na ongeveer 20 minuten zijn de aardappels goed gaar. Maak dan met een staafmixer de aardappels, ui en knoflook fijn, totdat het een gladden soep is. Proef de soep en maak hem eventueel nog op smaak met een tweede bouillonblok. Mocht je geen zin hebben om met kerst lang in de keuken te staan. Soep kun je goed in voren maken en invriezen. Dan hoef je op de dag zelf alleen de soep op te warmen en voor de garnering te zorgen. Garnering Snijd de lente ui in stukken en bak deze even aan in een warme pan met een beetje olijfolie. Zorg dat je gepelde garnalen hebt, dus mocht dit niet het geval zijn kun je intussen de garnalen pellen of ze ontdoen van hun staartje. Als de lente ui ligt gebakken is kun je deze uit de pan halen en de garnalen nog even om en om in de pan bakken. Niet te lang, want dan worden ze taai. Als de soep warm is kun je hem in een soepbord scheppen (of in een pannetje zoals op de foto) en mooi garneren. Tips voor mensen die geen vis lusten Voor mensen die niet van vis houden, je kunt de soep ook maken met runderbouillon en garneer de soep dan met spekjes in plaats van garnalen, zoals op de foto hieronder te zien is. Voor de veganisten onder ons. De soep is ook vegetarisch lekker, vervang dan de visbouillon door groentebouillon. Je kunt hem dan afmaken met een flinter dun schijfje gebakken aardappel en de lente ui. Beef Wellington Ingrediënten voor 4 personen: 250 gram champignons, 250 gram kastanjechampignons, 1 grote sjalot, 1 teentje knoflook, 4 el paneermeel, 500 gram rosbief (of ossenhaas), 9 plakken bladerdeeg, 150 gram ruwe ham, 1 ei, zonnebloemolie, klontje boter, peper en zout. Verhit een klontje boter in een koekenpan. Zorg dat de rosbief goed koud is als je deze gaat aanbakken, dus haal hem net voor het bakken uit de koelkast. Bestrooi het stuk vlees met zout en peper en bak de rosbief in ongeveer 4 minuten van alle kanten goudbruin. Als het vlees mooi goudbruin is haal het dan uit de pan, leg het op een bord en zet het meteen terug in de koelkast. Dit omdat het hierdoor niet verder kan garen. Laat het vlees volledig afkoelen, het mag best een paar uur in de koeling staan. Maak de champignons en kastanjechampignons schoon en snijd ze in grove stukken. Pel de sjalot en knoflook en snijd ook deze in grove stukken. Hak de champignons samen met de sjalot en knoflook fijn in een keukenmachine of met de staafmixer tot het een fijn bruin prutje is. Bak deze champignonprutje in ongeveer 30 minuten in een koekenpan ‘droog’. Door het te bakken verdampt het vocht namelijk uit het champignonprutje. Blijf wel goed roeren, zodat je voorkomt dat het aanbakt en daardoor verdampt het vocht ook sneller. Breng het op smaak met peper en zout, proef het ook zodat je het niet te veel of weinig kruid. Het champignonprutje is klaar als het korrelig is en niet meer plakt. Laat het afkoelen in de koelkast. Meng voor gebruik nog 4 eetlepels paneermeel er doorheen. De paneermeel absorbeert het laatste vocht dat nog in het champignonmengsel zit. Verwarm de oven voor op 220 graden. Haal ongeveer 15 minuten voordat je de beef wellington gaat opbouwen de bladerdeeg uit de vriezer. Leg eerst 2 stukken plasticfolie in de breedte en leg daar vervolgens nog 2 stukken plasticfolie in de lengte overheen. Leg hierop dakpansgewijs de plakjes ruwe ham. Verdeel het champignonmengsel over de ruwe ham. Leg vooraan het gebakken (en koude) stuk rosbief en rol de rosbief strak op in het plasticfolie. Knoop de uiteindes dicht en laat dit ongeveer 5 minuten in de koelkast opstijven. Bestuif de aanrecht met bloem en leg hierop de plakken bladerdeeg. Maak deze voorzichtig aan elkaar en zorg dat je het stuk voldoende groot is, zodat je het vlees er dadelijk volledig in kunt rollen. Knop de uiteindes van het plasticfolie los en haal het vlees voorzichtig uit het plastic. Leg de rosbiefrol aan het begin van het deeg en rol het deeg over het vlees. Zorg dat er een overlap is, maar deze moet niet te groot zijn anders wordt het bladerdeeg niet gaar. Snijd dus eventueel nog wat bladerdeeg weg. Vouw de uiteindes naar beneden en zorg dat het geheel luchtdicht is afgesloten. Je kunt de Beef Wellington nog versieren met het bladerdeeg dat je over hebt, bijvoorbeeld zoals op de foto te zien is. Leg de Beef Wellington op een bakplaat die bekleed is met bakpapier. Klop een eitje los en strijk deze over de Beef Wellington. Als je het wil versieren met bladerdeeg, dan moet je hem eerst besmeren met ei, want daarna blijft het bladerdeeg plakken. Bak de Beef Wellington in gaar in de voorverwarmde oven. De baktijd heeft te maken met de grote van het stuk vlees en hoe je hem graag eet. Ik had 500 gram vlees deze was medium gaar in 35 minuten. Je kunt met behulp van een vleesthermometer meten wat de temperatuur van het plees is en daaraan is af te lezen hoe gaar de rosbief is. Bij 38 tot 43 graden is hij rare Bij 44 tot 46 graden is hij medium-rare Bij 49 tot 53 graden is hij medium 56 graden of meer dan is het vlees well done Is lekker te serveren met boontjes en aardappelkroketjes, maar natuurlijk ook met andere groenten. Zuccotto met Frambozen
Ingrediënten voor 12 personen: 600 gram vanille-ijs, 600 gram frambozensorbet, 1 limoen, 30 ml limocello, 1 roombotercake, 250 ml slagroom, 2 el suiker, poedersuiker en frambozen. Daarnaast heb je een ronde kom en plasticfolie nodig. Haal de vanille-ijs en frambozensorbet uit de vriezer en zet deze in de koelkast, zodat je deze later goed kunt verwerken. Was de limoen goed en rasp de schil eraf en houd deze apart heb je later nodig voor bij de slagroom. Let op alleen het groene, het witte maakt is erg bitter. Snijd de limoen doormidden en pers deze uit en meng dit door de limocello. Bekleed de binnenkant van de ronde kom met plasticfolie. Snijd de cake in plakken van ongeveer 1 cm dik. Bestrijk de plakken cake met het mengsel van limocello en limoen. Bekleed de kom met de plakken cake, zorg dat je zo min mogelijk gaten hebt. Zorg dat je nog wat cake overhoudt, om het ijs later mee af te dekken. Voeg twee eetlepels suiker toe aan de slagroom en klop deze lobbig. Roer met een spatel het vanille-ijs door de geklopte slagroom. Schep de helft van het mengsel in de kom die bekleed is met cake. Schep hierop de helft van de losgeroerde frambozensorbet. Vervolgens kun je op de sorbet weer een laag vanille-slagroomijs gieten en tot slot nog een laag frambozensorbet. Dek de lagen ijs af met een laag cake. Klap de plasticfolie die over de rand hangt terug over de cake en bedek het met nog een laag extra folie. Plaats deze zuccotto voor minstens 6 uur in de vriezer, zodat het ijs weer goed kan invriezen. Door de plasticfolie is de zuccotto makkelijk uit de kom te halen. Dien hem op met wat frambozen, daardoor laat je de gasten direct zien wat voor smaak ze van de binnenkant kunnen verwachten. De frambozensorbet kun je ook zelf maken, maar om het mezelf makkelijk te maken heb ik het gekocht. Je zou ook een andere smaak sorbet kunnen gebruiken, gebruik de fruitsoort dan ook in garnering. Ik hoop jullie te hebben kunnen inspireren met deze drie recepten en de recepten van vorige week. Fijne en smakelijke Feestdagen! Ik kreeg de vraag van een lezer of ik nog recepten wist voor het kerstdiner. Daarom heb ik me afgelopen zondag verdiept in gerechten die je met kerst zou kunnen serveren. Het menu was: Gevulde champignons met tomaten, Zalmpakketje met zoete aardappelpuree en broccoli en een bladerdeeg kersttaartje met aardbeien. Het was ook nog eens een low budget menu. Gevulde champignons met tomaten Ingrediënten voor 2 personen: 1 teentje knoflook, 150 gram zongedroogde tomaten, 1 tl oregano, ½ el tomatenpuree, 2 grote champignons of portobello’s, 1 el pijnboompitten, 3 kleine bolletjes mozzarella, peper en zout. Verwarm de oven voor op 200 °C. Haal de zongedroogde tomaten uit het potje en laat ze uitlekken. Intussen kun je het teentje knoflook pellen en hak het fijn. Snijd de uitgelekte zongedroogde tomaten en mozzarella ook fijn. Voeg deze ingrediënten samen in een kommetje samen met de tomatenpuree en oregano. Hol de grote champignons of portobello’s uit en snijd een beetje van het binnenste van de champignons fijn, zodat dit bij het tomaten mengsel kan. Breng het mengsel op smaak met peper en zout. Je kunt het gewoon proeven, rauw is het ook lekker. Maak de uitgeholde champignons ook op smaak met een beetje peper en zout. Vul de uitgeholde champignons met het tomatenmengsel en zet ze in een kleine ovenschaal. Bak de champignons in ongeveer 20 minuten gaar in de voorverwarmde oven. Als de champignons ongeveer 10 minuten in de oven staan strooi er dan nog wat pijnboompitjes overheen. Zalmpakketje met zoete aardappel en broccoli Ingrediënten voor 2 personen: 1 zalm moot, 2 vellen bladerdeeg, 1 el tomatenpuree, 1 el kruidenkaas, 1 tl oregano, 1ei, 1 grote zoete aardappel, schuitje melk, ½ broccoli, peper en zout. Verwarm de oven voor op 200 °C. Haal de vellen bladerdeeg uit de vriezer, zodat ze kunnen ontdooien. Schil de zoete aardappel en snijd deze in kleine blokjes en kook deze gaar in water. Snijd de zalmmoot doormidden. Besmeer op het midden van de vellen bladerdeeg wat tomatenpuree. Leg hier de zalmmoot op en besmeer deze met kruidenkaas. Strooi hier een beetje oregano, zout en peper op. Besmeer de randjes van het bladerdeeg met een beetje water, zodat ze goed blijven plakken, en vouw het dicht tot een pakketje. Klop het eitje los en smeer het zalmpakketje in met ei. Plaats dit in de oven voor ongeveer 20 minuten tot het goudbruin en gaar is. Was de broccoli en haal de roosjes van de steel. Kook deze gaar. Als de aardappel gaar is kun je het water afgieten en er met een stamper een fijne puree van maken. Voeg een schuitje melk toe, zodat je een smeuïge puree krijgt. Maak de puree op smaak met peper en zout. Als de zalmpakketjes en de broccoli ook gaar zijn kun je de borden opmaken. Bladerdeeg kersttaartje met aardbeien
Ingrediënten voor 2 personen: 4 vellen bladerdeeg, 1 ei, 1 el suiker, 100 ml vanillevla, 150 gram aardbeien en poedersuiker. Haal even voor je begint de plakken bladerdeeg uit de diepvries, zodat ze kunnen ontdooien. Verwarm de oven voor op 200 °C. Steek met een vormpje uit 2 van de vier vellen bladerdeeg een ster. Leg de plak met de ster eruit op een vel bladerdeeg dat nog heel is. Leg de ster weer losjes terug op de plek waar hij uit kwam. Leg deze plakken bladerdeeg op een bakplaat bekleed met bakpapier. Klop een eitje los en strijk het bladerdeeg in met het losgeklopte ei. Bestrooi het met een beetje suiker en bak het ongeveer 10 minuten in een voorverwarmde oven. Was en snijd in tussen een aantal aardbeien in vieren. Haal na 10 minuten het bladerdeeg taartje uit de oven. Snijd het sterren dekseltje er voorzichtig uit en vul het taartje met een aantal aardbeien. Plaats de taartjes dan nog 5 tot 10 minuten in de oven, tot ze mooi goudbruin zijn. Als de kersttaartjes gaar zijn haal ze dan uit de oven. Vul het taartje met vanillevla en maak het af met een de aardbeien. Smakelijk eten! Komende zondag maak ik ook weer een PreKerst diner. Dan staat op het menu: een Aardappel-currysoep met garnalen, Beef Wellington en een Zuccotto. In de vakantie een heerlijke barbecue, met als afsluiter dit dessert heerlijke dessert. Het was zo ontzettend lekker, dat iedereen het recept direct wilde weten. Nu het recept online zodat iedereen het kan maken. Ingrediënten per 2 persoon: 1 nectarine, Cointreau, vanille ijs, slagroom en 2 stukjes aluminiumfolie.
Zorg dat je rijpe nectarines koopt of koop ze een paar dagen van te voren dat je ze kunt laten rijpen. Een rijpe nectarine is makkelijker te halveren. De nectarines kun je halveren door ze tot aan de pit doormidden te snijden. Draai de twee helften dan in tegenovergestelde richting van elkaar, zo kun je ze van de pit los draaien. Mocht dit niet lukken (wat de beste kan overkomen) snijd dan voorzichtig een helft van de nectarine af. Dat doe je door met een mes voorzichtig de pit los te snijden. Als je er 1 kant af hebt kun je de pit er makkelijker uithalen. Leg de halve nectarine op een stukje aluminiumfolie en giet in het gaatje (waar de pit heeft gezeten) een beetje Cointreau. Vouw de punten van de aluminiumfolie naar elkaar en maak het dicht. Zorg dat het goed dicht zit anders loopt de sap eruit als hij op de barbecue gaart. Zet dit ongeveer 20 tot 30 minuten op de barbecue zodat de nectarine lekker zacht kan worden. Haal de nectarine voorzichtig uit de aluminiumfolie, want er is vocht bij vrij gekomen en dit is heet. Serveer het met een bolletje vanille ijs en een toefje slagroom. En smullen maar! Tip: In de winter zou je het ook in de oven kunnen doen. Heb je direct een lekker kerstdessert. Gister een heerlijk dessert gemaakt! Het was zo lekker dat de borden afgelikt werden. Een goed recept dus om de papa's vanavond mee te verwennen! Ingrediënten: 300 gram verse aardbeien, 2 el suiker, 1 el vanillesuiker (zelf gemaakt of 1 zakje), 8 el cointreau (of een andere sinaasappellikeur), 1 klontje boter en vanille ijs.
Maak de aardbeien goed schoon en verwijder de steeltjes. Vet de ovenschaal goed in met boter. Doe de aardbeien, suiker, vanillesuiker en cointreau in een ovenschaal en meng het voorzichtig door elkaar. Zet de aardbeien ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden. Zodra de aardbeien gaar zijn, dat kun je zien aan dat er kleine blaasjes ontstaan en de aardbeien wat inzakken. Laat de aardbeien 5 minuten afkoelen. Op dat moment kun je het vanille ijs uit de diepvries, zodat het al een beetje zacht is. Schep dan de aardbeien over het vanille ijs. Vergeet de saus niet, want die is echt heerlijk! Tips: Dit kun je ook op een gasbarbecue doen. De barbecue mag dan 230-290 graden zijn (dit kan niet met mijn oven) en dan hoeft het er maar 8-12 minuten in. Dit dessert kun je ook maken voor kinderen of als je zwanger bent, dan kun je de cointreau vervangen door: 5 el water en 3 el citroensap. Smakelijk eten!! |