Goedemorgen! Vorige week maakte ik deze gevulde courgettes. Een ovengerecht vind ik altijd makkelijk, het meeste werk wordt namelijk door de oven gedaan, waardoor je zelf tijd hebt voor andere dingen. Hoewel courgette van zichzelf een vrij zachte en neutrale smaak heeft maken de vulling en de manier van bereiden dat goed. Ingrediënten voor 2 personen: 2 courgette, groentebouillon (2 liter water, 4 groentebouillonblokjes), 350 gram gehakt, 1 rode paprika, 1/2de prei, 50 gram geraspte kaas, Provençaalse kruiden, olie, 300 gram aardappels, peper en zout.
Verwarm de oven voor op 180°C. Maak van twee liter water en groentebouillonblokjes de bouillon om later de courgette ligt in te garen. Snijd de courgette doormidden en hol ze uit met een theelepel. Blancheer de courgette ongeveer 2 a 3 minuten in de bouillon. Haal de courgette uit de bouillon en leg ze in (ijs)koud water, dat zorgt ervoor dat het garingsproces stopt. Laat de courgettes met de uitgeholde kant naar beneden uitlekken op een schone theedoek. Schil de aardappels en kook deze beetgaar in ongeveer 10 a 15 minuten in water met zout. Spoel de gekookte aardappels af met koud water. Snijd ze in schijfjes, kwarten of blokjes, zodat je ze kunt bakken. Rul het gehakt fijn in een pan. Intussen kun je de paprika wassen en fijn snijden. Was ook de prei goed en snijd deze ook fijn. Voeg de gesneden prei en paprika toe aan en bak ze mee. Als de courgette klaar zijn kun je in de bouillon het binnenste van de courgette gaar koken. Haal dit eruit en maak het fijn met een staafmixer. Voeg de courgettepuree toe aan het gehaktmengsel en maak het geheel op smaak met Provençaalse kruiden, peper en zout. Vul de courgette helften met het gehakt mengsel en bestrooi ze met een beetje geraspte kaas. Plaats de gevulde courgette voor ongeveer 25 minuten in de oven, zodat de kaas kan smelten en goudbruin kleuren. Intussen kun je de aardappels bakken in een koekenpan met olijfolie of boter. Ps. Als je het jezelf nog makkelijker wil maken of heb je geen tijd, dan kun je het koken van de courgette in groentebouillon overslaan. Let wel, dan is het belangrijk dat je het gehaktmengsel extra kruid, want de courgette zelf heeft weinig smaak. Vegetarisch ook erg lekker, vervang dan het gehakt door fijngesneden tomaten. Zorg wel dat je het extra kruid, want door de tomaat is het wat flauwer.
0 Comments
Ik vind lasagne altijd lekker en makkelijk. Je kunt een lasagne namelijk voorbereiden, dat geldt ook voor deze zalmlasagne. Het is bijvoorbeeld een lekker en makkelijk recept voor als je eters krijgt, maar geen zin hebt om de hele avond in de keuken te staan. Alleen al door de kleur kun je indruk maken, want de gepureerde courgette en doperwten geven de lasagne een mooie groene kleur. Natuurlijk is de smaak belangrijker, en deze verraste me ook positief, het was overheerlijk! Ingrediënten voor 4 personen:
Verwarm de oven voor op 180 graden. Kook de lasagnevellen beetgaar in water met zout. Schep de vellen uit de pan als ze beetgaar zijn en leg ze op een vochtige doek. Leg daar ook weer een vochtige doek op, zo drogen ze niet uit en blijven ze hanteerbaar. Intussen kun je de courgette wassen en in blokjes snijden. Kook één van de gesneden courgette en een handje doperwten in de groentebouillon in ongeveer 10 minuten gaar. Als de courgette gaar is giet ze dan af. Vang het vocht op, je hebt nog een goede scheut nodig voor de saus en van de rest kun je eventueel groentesoep maken. Pureer de gare doperwten en courgette samen met de crème fraîche met behulp van een staafmixer. Zorg dat de saus niet te dik is, om dit te voorkomen kun je een soeplepel van de groentebouillon toevoegen. In de tussen tijd kun je de paprika in blokjes snijden. Verhit een scheut olie in een pan en bak de paprika hier in aan. Voeg vervolgens de andere courgette toe en bak deze mee. Voeg tot slot de erwten en pesto toe en bak deze ongeveer 2 minuten mee. Als het groentemengsel gaar is kun je fornuis uitzetten. Voeg de courgettesaus toe aan het groentemengsel en je het geheel op smaak maken met peper en zout. Snijd de zalm in dunne repen. Als dit alles klaar is kun je de lasagne op gaan bouwen. Schep eerst een laagje saus op de bodem van de ovenschaal, leg daarop vier vellen lasagne. Verdeel over de lasagnevellen de helft van de gesneden zalm, daarop een laag saus en dek dit weer af met 4 lasagnevellen. Herhaal dit nog een keer. Bedek de laatste lasagnevellen met het laatste laagje saus en maak het af door het te bestrooien met kaas. Plaats het geheel voor ongeveer 30 minuten in de voorverwarmde oven. Als de kaas goudbruin is gekleurd is de lasagne klaar. Ik ben dol op rauwe koolrabi, ‘s avonds op de bank of gewoon bij het eten als groenten. Natuurlijk kun je hem ook koken, er staat ook een recept voor een ovenschotel op de website, maar een stamppot was nieuw voor me. Het was lekker, zorg er wel voor dat je de melk goed op smaak maakt, zoals hieronder staat beschreven anders wordt het een flauwe stamppot. Er zijn geen gehaktballen zo lekkers als mama's gehaktballen, daarom hier het 'geheime' recept van mijn moeder. Zodat ik zelf voortaan ook de lekkere gehaktballen van mama kan maken. Ingrediënten voor 2 personen: 500 gram aardappels, 1 koolrabi, 250 gram gekruid half-om-halfgehakt, 1/2de ei, paneermeel, 100 ml melk, 1 teentje knoflook, 1 kruidnagel, vleeskruiden, kerrie paprikapoeder, tomaten ketchup, nootmuskaat, paprikapoeder, verse bieslook, peper en zout.
Schil de aardappels en koolrabi en snijd deze in stukken. Kook ze in één pan met water en een beetje zout gaar, dit duurt ongeveer 20 minuten. Intussen kun je het gehakt kruiden met paprikapoeder, vleeskruiden, kerrie, nootmuskaat, peper, zout en tomaten ketchup. Voeg ook 1/2de losgeklopt ei en paneermeel toe. Als je zeker wil weten dat het gehakt goed op smaak is kun je alvast een kleinstukje bakken en proeven. Vervolgens kun je eventueel nog wat extra van deze kruiden toevoegen. Verwarm olie in een koekenpan en bak hier de gehaktballen in gaar. Pel de knoflook en plet hem met een groot mes. Giet de 100 ml melk in een pannetje en voeg hier de geplette teen knoflook, kruidnagel, wat peper en zout aan toe. Laat de melk geleidelijk aan koken, zodat de knoflook en kruidnagel hun smaak af kunnen geven aan de melk. Als de aardappels en koolrabi gaar zijn kun je ze afgieten. Zorg dat er geen vocht in de pan achter blijft, want je gebruikt hier de melk voor. Stamp de aardappels en koolrabi fijn met een stamper. Pak een zeef en houd deze boven de gestampte aardappels en koolrabi en giet de melk er doorheen. Op deze manier vang je direct de kruidnagel en knoflook op, want deze hebben hun smaak ondertussen afgegeven aan de melk. Meng dit tot een mooie gladden stamppot. Proef de stamppot en voeg eventueel nog wat peper of zout toe. Als de gehaktballen gaar zijn kun het bord opmaken. Je kunt de stamppot afmaken met een beetje bieslook. Maandag had ik een drukke dag dus aten we deze ontzettend lekkere spaghetti. Erg makkelijk om te maken, maar toch net iets anders dan gewone spaghetti. Als je saus over houdt is het ook goed in te vriezen, zodat je bij de volgende drukke dag alleen de saus uit de vriezer hoeft te halen op te warmen, spaghetti te koken en eventueel het kaasmengsel te maken. Ingrediënten voor 2 personen: 1 ui, 1 teentje knoflook, 3 tomaten, 250 gram half-om-halfgehakt, 400 gram gepelde tomaten, 175 gram spaghetti, 2 el pijnboompitten, 2 el gebakken uitjes, 30 gram Parmezaanse kaas, 75 gram mozzarella, 250 gram cherrytomaten, 1 courgette, Italiaanse kruiden (eventueel verse oregano), basilicum, olie, peper en zout.
Pel de ui en knoflook en snipper ze fijn. Verwarm een grote pan en bak hierin het gehakt rul, er komt voldoende vet vrij dus het is niet noodzakelijk om olie/boter te gebruiken. Rasp intussen de tomaten fijn. Was en snijd de courgette in blokjes. Kook de spaghetti (beet)gaar in water met een beetje zout. Voeg de knoflook en ui toe aan het gehakt en bak deze een paar minuten mee. Vervolgens kun je de geraspte tomaten en de gepelde tomaten toevoegen. Maak de gepelde tomaten kleiner met een lepel/pollepel om de pan niet te beschadigen. Voeg vervolgens de courgette toe en maak het geheel op smaak met peper, zout en Italiaanse kruiden (evt. verse basilicum en oregano). In de tussen tijd kun je de pijnboompitten roosteren in een koekenpan (zonder olie) tot ze goudbruin kleuren. Voeg hier de gebakken uitjes aan toe en bak deze even mee. Haal dit uit de pan en plaats het in een schaaltje, zodat het niet verder door bakt in de warme pan. Rasp de Parmezaanse kaas en snijd de mozzarella in kleine stukjes. Meng de helft van de Parmezaanse en mozzarella door de pastasaus. Was de cherrytomaatjes en halveer deze, voeg deze toe aan de pastasaus. Meng dit alles goed door elkaar en laat het geheel een paar minuten op een zacht vuurtje pruttelen. Meng de andere helft van de Parmezaanse en mozzarella door de pijnboompitten en gebakken uitjes. Giet de spaghetti af als deze gaar is en meng het door de pastasaus. Proef de pasta en maak eventueel nog extra op smaak met peper, zout en Italiaanse kruiden. Was de blaadjes verse basilicum en snijd deze fijn. Maak de pasta op je bord af door er het mozzarella mengsel overheen te strooien en tot slot nog wat vers gesneden basilicum. Laat vooral eens weten als je iets gemaakt hebt en hoe het heeft gesmaakt! Woensdag had ik een etentje met vriendinnen, dat erg gezellig was, maar dat terzijde. Bij een groep zijn er natuurlijk verschillende wensen, vegetarisch, geen kaas, etc. Dit is een salade die niet veel tijd kost om te maken en waarbij je aan verschillende wensen kunt voldoen. En met dit weer ook niet geheel onbelangrijk, het is een koude salade. Ik vond de salade ontzettend lekker en volgens mij de andere ook. Ingrediënten voor 4 personen: 500 gram pasta, 75 gram rucola, 1 stuk brie, 400 gram spekjes, 250 gram champignons, 300 gram boontjes, 1 komkommer, 5 tomaten, een handje zonnebloempitten, pesto, peper en zout.
Kook de pasta beetgaar in water met zout. Was de boontjes, snijd beide uiteindes eraf en snijd ze door midden. Kook ook de boontjes beetgaar in water met een beetje zout. Bak intussen de spekjes knapperig in een koekenpan. Rooster de zonnebloempitten in een droge koekenpan tot ze ligt beginnen te verkleuren. Intussen kun je de champignons schoon maken en in stukken snijden. Haal de zonnebloempitten uit de koekenpan, doe een beetje olie in de pan en bak de champignons erin. Intussen kun je de komkommer en tomaten wassen en fijn snijden. Giet de pasta af als deze gaar is en spoel hem goed af met koud water, zodat de pasta niet verder gaart. Doe dit ook met de boontjes als ze beetgaar zijn. Op deze manier garen ook de boontjes niet door, maar door ze direct terug te koelen in ijswater of met koud water behouden ze hun mooie groene kleur. Snijd de brie in stukjes en doe deze in een schaaltje. Laat de spekjes uitlekken op keukenrol, zodat zoveel mogelijk vet. Als de champignons gaar zijn en de tomaten en komkommer gesneden kun je de pasta mengen in een mooie pasta schaal. Voeg de pasta, rucola, komkommer, tomaat, champignons, boontjes, zonnebloempitten en om te beginnen 6 tl. pesto samen en meng dit goed door elkaar. Proef de pasta en indien nodig voeg nog extra pesto toe. Plaats de pasta voor minimaal 2 uur in de koelkast, zodat de smaken goed in elkaar kunnen trekken. Proef voor het opdienen de salade nog wel, want koud smaakt hij waarschijnlijk anders dan wanneer hij nog lauw is. Maak de pasta eventueel nog op smaak met pesto, peper en zout. Houdt er rekening mee dat sommige misschien wel de spekjes en brie toevoegen. Deze ingrediënten zijn namelijk wat zoutig. Serveer de spekjes en brie in schaaltjes, zodat iedereen naar smaak brie of spekjes kan toevoegen. Het is eigenlijk geen stamppotten weer, maar het was absoluut geen straf om deze frisse stamppot te eten gister. Verse doperwten zijn al erg lekker, maar de citroen maakte de stamppot ook nog erg fris, waardoor het een echte zomerse stamppot werd. Ingrediënten voor 4 personen: 1,2 kg aardappels, 1 kg doperwten, 3 takjes citroenmelisse, 1 citroen, 1 teentje knoflook, 200 ml melk, 4 magere varkenslapjes, olie, peper en zout. Knip 1 takje citroenmelisse uit de tuin en was deze goed. Haal de blaadjes er vanaf en hak ze fijn. Rasp van een halve citroen de schil, probeer zo min mogelijk wit mee te raspen, en leg deze samen met de citroenmelisse in een dieper bord. Giet hier 3 el olie bij en maak het op smaak met peper en zout, dit is de marinade voor de varkenslapjes. Leg de varkenslapjes in de marinade en zorg dat ze aan beide kanten goed gemarineerd zijn. Plaats dit voor minimaal 2 uur terug in de koelkast, zodat de smaken goed in het vlees kunnen trekken. Dop de erwten, fijn klusje om lekker op je gemak buiten in de tuin te doen (natuurlijk kun je ook diepvries erwten gebruiken). Schil de aardappels en kook ze in water met zout gaar in ongeveer 20 minuten. Voeg de laatste 5 minuten de schoongemaakte doperwten aan de aardappels toe, zodat deze mee kunnen garen.
Knip nog 2 takjes citroenmelisse van de plant af en was deze goed. Plet de knoflook en verwijder de schil. Snijd met een dunschiller van de andere helft van de citroen de schil, probeer zo min mogelijk wit mee te nemen, dat maakt het namelijk bitter. Voeg dit allemaal samen met melk in een pannetje en breng het aan de kook. Bak de gemarineerde varkenslapjes gaar in een koekenpan. Als je de marinade die niet aan het vlees is blijven zitten in de pan doet hoef je geen extra olie te gebruiken. Daarnaast zitten daar ook alle smaken al in. Terwijl je het vlees aan het bakken bent en de aardappels en doperwten gaar zijn kun je het afgieten. Stamp de aardappels en doperwten fijn met een stamper. Hang een zeef boven de pan met aardappels, giet daar de melk bij. Door het door de zeef te gieten vang je de citroenschil, knoflook en citroenmelisse op. Zij hebben hun smaak afgegeven aan de melk en zullen de stamppot fris maken. Maak tot slot de stamppot op smaak met peper en zout. Tip: Heb je geen citroenmelisse in de tuin, maar wel munt dan kun je ook de munt gebruiken. En heb je het geen van beide in de tuin, de citroenschil geeft zijn frisje ook af aan de melk, dus dan gebruik je alleen citroenschil. Van citroenmelisse is het ook erg lekker om thee te zetten, dus een echte aanrader om te planten. Met dit warme weer vind ik het heerlijk om een ´koude´ salade te eten. Vaak makkelijker recepten, zodat je niet zo lang in die warme keuken hoeft te staan koken. Gister at ik ook een salade, lekkerder dan ik van te voren had verwacht. Het was namelijk een salade van de restjes die over waren van het weekend en nog in de koelkast lagen. Gelukkig maakte dat de pasta niet minder lekker. Ingrediënten voor 2 personen: 2 kipfiletjes, 150 gram pasta, 2 tomaten, 1/2de courgette, 125 gram kastanje champignons, een handje pijnboompitten, kippenbouillon, 50 gram rucola sla, 3 el yoghurt, 2 el mayonaise, tomaten ketchup, peper en zout.
Kook de kipfilet in kippenbouillon gaar. Hiervoor kun je gewoon 1 liter water en 2 bouillonblokjes gebruiken. Dat zorgt ervoor dat de kip ook lekker van smaak is. Kook de pasta in water met een beetje zout. Bak de pijnboompitten in een koekenpan tot ze ligt verkleurd zijn, je begint ze te ruiken als ze klaar zijn. Doe ze in een schaaltje. Maak de courgette en kastanje champignons schoon en snijd ze in stukken. Bak de courgette en champignons in een pan met een beetje olijfolie. Was intussen de rucola en doe het in een grote schaal. Snijd ook de tomaten in blokjes en voeg deze toe aan de sla. Maak de dressing van de yoghurt, mayonaise, tomaten ketchup, peper en zout. Meng dit goed door elkaar. Giet de gare pasta af en voeg deze toe aan de rucola. Voeg ook de champignons en courgette toe. Pluk de gekookte kipfilet uit elkaar. Dit kun je doen met behulp van een vork, hierdoor wordt het een draderig geheel. Voeg de kip ook toe aan de salade en meng dit alles goed door elkaar. Maak het af door de pijnboompitten erover te strooien en de dressing. |